woensdag 15 oktober 2008

Waar is Alinda?

Alinda is weg. Al sinds vrijdag. Moet ik me zorgen maken? Alinda is er namelijk altijd. Hij is hier de manus-van-alles en woont in een schuurtje op het terrein, waarop naast mijn huisje nog twee andere woningen en een pand in wording staan. Buurman David is er niet zo veel en buurman Kevin, die over een heel wagenpark lijkt te beschikken (hoeveel auto's heeft die man, of wonen hier nog meer Oegandezen, die ik nog niet heb ontmoet?) komt elke avond thuis, met veel oempf-oempf en moddafokking-rap geluid uit z'n autospeakers. Om onbegrijpelijke redenen laat hij altijd als hij geparkeerd heeft, even de motor aan, inclusief de oempf-oempf-moddafokking-rapgeluiden. Vind het wel geruststellende gedachte als ik de motor en bijbehorende bijgeluiden elke avond weer hoor. Betekent dat ik niet alleen ben op deze compound. Niet dat het onveilig is of zo, maar de compound is open en iedereen kan er bij en over zo'n muzungu in de buurt wordt natuurlijk wel geluld. Muzungu's zijn namelijk allemaal steenrijk – dat weet iedereen - dus daar valt wat te halen. Maar met Kevin als buurman maak ik me geen zorgen. Kevin ziet er namelijk ook uit als een rapper, een flink gespierde rapper waar je geen ruzie mee moet krijgen. We groeten elkaar vriendelijk en hij lijkt m'n aanwezigheid op prijs te stellen, dus da's meegenomen. Overigens heb ik me nog nergens en nog geen moment onveilig gevoeld en iedereen zegt ook dat hier weinig gebeurt. Maar mocht er ooit iets zijn, dan heb ik buurman Kevin en Nobody Fucks with The Kev!

Maar goed, of niet goed eigenlijk, waar is Alinda? Alinda is namelijk ook mijn schoonmaker en de man van Omo. Hij wordt door de eigenaar betaald om het terrein te verzorgen en op te passen. Aan de straat heeft hij nog een golfplaten keet waar hij zeep, wasmiddel en sigaretten verkoopt, waarschijnlijk ook eigendom van de eigenaar, trouwens. En voor een kleine vergoeding maakt hij de huizen schoon en doet hij de was voor je. Met de hand en met koud water, maar de kleren zijn schoon en daar gaat het om. Veel muzungu's, bijna allemaal vermoed ik, hebben zo'n mannetje in/aan huis. Een boy noemen ze dat, maar dat krijg ik niet over m'n lippen. Vreselijke neo-koloniale slaventerm. Alinda noem ik gewoon Alinda en hoewel hij nog steeds enigszins onderdanig doet (komt ook door zijn gebrekkige Engels en mijn gebrekkige RuTooro) probeer ik dat te negeren en hem met zoveel mogelijk respect te behandelen. En ik betaal hem naar lokale maatstaven goed. Voor 1 x per week wassen én schoonmaken krijgt hij maar liefst 5000 Ush, dat is omgerekend – schrik niet – een dikke twee euro bij de huidige koersen. Lijkt belachelijk weinig, maar het is voor dit soort arbeid goed betaald, heb ik me laten vertellen. En om een idee te geven, het is ongeveer een derde van mijn dagvergoeding. Dus zo'n rijke muzungu ben ik nou ook weer niet...

Van Nynke, die tot begin dit jaar in dit huis woonde, heb ik begrepen dat de mannen op dit terrein zo slecht betaald worden (waarschijnlijk nog geen 100.000 Ush per jaar) dat ze er voortdurend vandoor gaan, terug naar hun dorp waar ze het niet beter hebben maar wel bij hun familie zijn. Lastig als je van zo'n man afhankelijk bent voor het schoonmaken en wassen. En gewoon omdat het prettig is dat er iemand is die een oogje in het zeil houdt. Maar moet ik me nu zorgen maken dat Alinda er ook vantussen is? We hebben in principe afgesproken dat hij zaterdags schoonmaakt en de was doet, maar hij is er niet. Zondag ook niet en maandag evenmin. En ik raak door m'n schone kleren heen en met dit soort regenachtige dagen kan het even duren voordat de was überhaupt droog wordt. Laat staan dat ik nog tijd heb om het te strijken, want er schijnen soms mango-vliegjes in je natte kleren te gaan zitten, die larven achterlaten die in je huid kruipen en voor lelijke zweren kunnen zorgen. Alles strijken is het devies, of urenlang in de brandende zon laten hangen, maar midden in het regenseizoen is dat geen optie. En dus moet de man die in Nederland zelden een strijkbout vasthield, hier een paar keer per week aan de strijk. Niet eens zo vervelend eigenlijk, heeft wel iets rustgevends, met de Wereldomroep op de achtergrond.

Dan is het dinsdagochtend, ik douche en trek m'n laatste schone ondergoed aan. Vanavond zelf maar wassen dan, het beddengoed heb ik gelukkig van het weekend al gedaan. Ik zet koffie en smeer wat jam op droog brood dat ik gisteravond getoast heb in de koekenpan. Het brood is hier namelijk al droog als je het koopt. Ik kijk naar buiten en groet buurman David, de student die nog gestudeerd heeft in Nederland (Ede) en nu terug is uit Kampala. Als ik de deur naar buiten opendoe, staat daar...Alinda. Hij komt bijna verontschuldigend naar me toe. Kan ik vandaag schoonmaken? Ja, graag, hier is de sleutel, zeg ik opgelucht. Ik was naar een burial, zegt hij dan in z'n beste Engels. Een begrafenis. Wat triest, familie? Ik heb mijn vader begraven, zegt hij dan. Ik weet even niet meer wat ik moet zeggen. Hij heeft zijn vader begraven en komt zich verontschuldigen dat hij er niet was om schoon te maken. Ik neem me voor om me nooit meer zorgen te maken over onbenullige zaken als de schoonmaak, de was en of ik nou wel of niet moet strijken. 's Avonds belt mijn moeder, een prettige verrassing, op de achtergrond meen ik m'n vader te horen. Goddank, die zijn er beiden nog.

Geen opmerkingen: