zondag 31 mei 2009

Bundibugyo

We rijden door een prachtig berglandschap richting de westelijke uithoek van onze regio: Bundibugyo Town. Hier beginnen de befaamde Mountains of the Moon, het Rwenzori-gebergte dat de bijnaam dankt aan een oude Griekse ontdekkingsreiziger. Het is de hoogste bergketen in Afrika en je kunt je voorstellen dat ze inderdaad vanaf de maan of in ieder geval vanuit het ISS ruimtestation duidelijk te onderscheiden zijn. Hoewel de bergketen hier pas echt begint is het al indrukwekkend. De bergtoppen liggen verscholen in de nevel en daaronder liggen de valleien als comfortabele zachtgroene dekens. De Semliki-rivier kronkelt zich hier een weg, aan de andere kant doemen de donkere wouden van de Congo (DRC) op, een onheilspellend gebied waar het altijd oorlog lijkt. Maar het paradijselijke uitzicht van dit gebied verhult dat ook dit gebied nog recentelijk veel oorlogsgeweld (stammentwisten, rebellen) heeft gekend en dat het letterlijk een uithoek is, waar weinigen in Oeganda vrijwillig naar toe trekken. Hoewel al het groen anders doet vermoeden, is dit een arm en onderontwikkeld, zeg maar gerust achterlijk gebied, waar nog maar anderhalf jaar geleden het epicentrum lag van een dodelijke Ebola-epidemie. Het verhaal gaat dat die epidemie veroorzaakt werd doordat mensen hier en in het naburige Congo besmette apen aten. Dit is Bundibugyo District, een gebied dat (ruwe schatting) misschien zo groot is als ongeveer een derde van Nederland. 'The End of the World as we know it'.

Het regent zacht als we over een modderige weg langs diepe ravijnen richting Bundibugyo Town rijden, een WildWest-stadje dat binnenkort meer ontsloten hoopt te worden als de electriciteitsmasten eindelijk in gebruik worden genomen en de weg ernaar toe van asfalt wordt voorzien. Die plannen liggen er allang, maar dat zegt weinig in Oeganda. Maar goed, de masten staan er inmiddels en ik zie dat de katrollen met bedrading inmiddels Kasitu (op driekwart ongeveer) hebben bereikt. Dus dat stemt hoopvol. Dat werd ook wel eens tijd, want er is hier weinig om hoopvol over te zijn, behalve het mooie uitzicht misschien maar dat vult de maag niet. Aan internationale hulporganisaties lijkt geen gebrek, overal onderweg zie ik borden staan van Unicef, World Vision en hulpprogramma's van de Europese Unie (die vind je op de gekste plaatsen, maar vertel dat de EU-haters maar niet). De enkele tientallen overgebleven Batwa-pygmeeën in Ntandi profiteren daar waarschijnlijk relatief nog het meest van, het Westen heeft nu eenmaal z'n troetel-negertjes nodig. Vergeef m'n cynisme, maar het lijkt mij dat als je de pygmeeën- die nog altijd sterk worden gediscrimineerd - hier echt wilt helpen, je ze niet moet uitzonderen van de rest van de inheemse bevolking en je beter het gebied als geheel kunt helpen.

Tegen de avond bereiken we Bundibugyo Town. Hoewel het hemelsbreed (over de bergen) maar zo'n 20km van Fort Portal ligt, heeft de 75km over de modderige wegen door de bergen ons zo'n kleine 4 uur gekost. Ik ben met een delegatie van mijn organisatie RAC plus wat vertegenwoordigers van de pers. Doel is de Public Accountability Dialogue die we voor de volgende dag hebben georganiseerd. Het is een effectieve manier gebleken om politieke en ambtelijke leiders verantwoording te laten afleggen en het publiek de gelegenheid te geven (kritische) vragen te stellen aan die leiders. Ik heb nog ander motief om hier te zijn, los van het feit dat het de eerste keer is dat ik dit stoffige stadje bezoek. Bundibugyo District is een van de meest corrupte gebieden in het land. Gelukkig hebben we hier een stel zeer actieve monitors, die me onder meer hebben getipt op de armzalige toestand van het enige echte ziekenhuis, los van lokale hulpposten, in Bundibugyo. De 100 miljoen (ca 40.000 euro) die de regering voor de gezondheidszorg in dit gebied heeft gereserveerd, lijkt onderweg ergens te zijn blijven steken. Ik wil zien wat de gevolgen zijn en dat op video vastleggen.

's Avonds bezoek ik met twee monitors, Richard (oud-onderwijzer) en RAC district coördinator Kasuka, de 5 afdelingen van het ziekenhuis omdat ik heb gehoord dat de zorg dan nagenoeg afwezig is. Ongeveer 150 patienten liggen op deels zelf meegebrachte matrassen kriskras door elkaar. Het stinkt er, hier en daar liggen plassen (water, urine?) op de vloer en de afvoer van tenminste één van de spaarzame waterkranen is verstopt. Patienten vertellen ons dat ze niet alleen hun eigen eten en matrassen moeten meenemen, maar ook de medische hulpmiddelen (verbandmiddelen, injectiespuiten en infusen) buiten het ziekenhuis zelf moeten aanschaffen, omdat het ziekenhuis zonder zit. Maar zijn er dan tenminste doktoren en verpleegkundigen die ervoor zorgen dat je weer beter wordt? Op de 5 afdelingen die ik met de monitors bezoek zijn er welgeteld 3 verpleegkundigen die hun handen vol hebben en één supervisor. Een dokter is er niet. De enige medische assistent die de post voor extramurale patienten moet bedienen is zoals gewoonlijk absent, vertelt de bewaker. Ligt ergens dronken te wezen, vermoed Kasuka die hier vaker is geweest. Corruptie is veel meer dan het omkopen van een politieman of een ambtenaar. Een chronisch gebrek aan middelen, onderbezetting, absenteïsme en regelmatig diefstal door het eigen personeel van de spaarzame middelen die er wel zijn. Zo ziet corruptie er uit in dit ziekenhuis in Bundibugyo.

Het bezoek levert goede beelden op voor de video, Richard en Kasuka zijn als hoofdpersonen natuurtalenten. De volgende dag wil ik met ze terugkomen om het ziekenhuis bij daglicht te bezoeken. Dat lukt niet. Behalve dat de Public Dialogue veel te laat begint en we dus geen tijd meer hebben, is één van de hoofdpersonen er niet. Kasuka's nichtje van 17 jaar is de afgelopen nacht bezweken aan malaria. Omdat de medische hulppost die door de overheid moet worden bevoorraad met de meest essentiële medicijnen, niet beschikte over het eenvoudige middel dat haar leven had kunnen redden.

vrijdag 15 mei 2009

de tand van vincent

Vincent heeft de was niet opgehaald en is niet komen schoonmaken. Niets voor hem. Hij is er altijd en als hij niet kan, belt hij vantevoren om te vragen of het een dag later kan. Doet niemand hier, Oeganda is het land van de niet nagekomen beloften, de Oegandezen die hun afspraken altijd nakomen zoals Vincent, zijn de uitzondering.

Een dag later komt hij langs. Hij heeft gisteren een ongeluk gehad op z'n fiets, is over de kop gegaan en mist een tand. De vertrouwde big smile ziet er nu een beetje anders uit. Klopt niet, dat beeld. Hij is na het ongeluk na een tandartskliniek in de stad gegaan, waar ze het laatste restje tand hebben verwijderd. Goeie tandartsen zijn hier eigenlijk niet, althans niet naar onze normen. Vincent zijn onderlip is gezwollen.

We kunnen elkaar een hand geven. Ook mijn onderlip is nog enigszins gezwollen. Ook als gevolg van een ongeluk, twee dagen voor Vincent. Knalde met mijn motor bovenop een boda, of hij op mij, het is maar hoe je het bekijkt. Ik heb de boda-jongen wat geld gegeven voor zijn brommer. Hij deed erg zielig over de paar schaafwonden die hij had, maar dat was aanstellerij om er nog wat meer geld uit te slepen. Bij mij is er wat schade aan de motor, maar ik heb geluk gehad. Dikke lip, wat schaafwonden en een schouder die de dag erop flink stijf is en anderhalve week later nog niet helemaal de oude is. Maar niets gebroken. Ik heb een flinke smak gemaakt, maar droeg gelukkig een helm. De gevolgen zijn te overzien.

Bij Vincent valt het ook mee, maar hij heeft wel z'n kleine beetje spaargeld (50.000 shilling = 20 euro) moeten opmaken aan de verzorging in het ziekenhuis en de tandarts. Hij spaart om volgend jaar naar avondschool te kunnen gaan. Kan dat doen omdat ik hem goed betaal. Daarnaast zet ik ook wat geld voor hem opzij. Maar hij was trots op dat kleine spaarpotje. Dat nu dus weer helemaal leeg is. En hoe moet het nou met dat gapende gat in zijn gebit? Dat zal niet goedkoop zijn en hij heeft helemaal geen geld meer Voor 50.000 kan de tandarts hem een nieuwe aanmeten, weet Vincent. Maar die is van plastic. Voor 80.000 heeft hij een goeie neptand. Dat valt dus nogal mee. Ik zeg hem dat hij die goeie maar moet bestellen en dat ik het voor hem zal betalen. Want dat gapende gat in zijn mond, dat is geen gezicht.

We hebben allebei geluk gehad. Een ongeluk loopt hier vaak slecht af, het verkeer is hier letterlijk moordend. Vorige week is in Kyenjojo, ongeveer drie kwartier hiervandaan, een vrachtwagen een huis ingereden waarbij een slapende vrouw is omgekomen. Verkeersongevallen hebben inmiddels malaria ingehaald als doodsoorzaak nummer 1. Ik realiseer me dat eens te meer als ik twee dagen na mijn ongeluk het bericht krijg van de verkeersdood van een VSO-collega in Tanzania. Ze was hier een paar maanden geleden op bezoek. Een jonge (29), sprankelende vrouw, die op het punt stond om terug te keren naar Nederland. Ineens weg, door zo'n hufter van een buschauffeur die veel te hard rijdt en niet goed oplet. In Oeganda is dit ook aan de orde van de dag. Oeganda is na Ethiopie het land met de meeste verkeersdoden ter wereld, vorig jaar ruim 2000. En iedereen lijkt het maar heel gewoon te vinden. Hoewel ze in Kyenjojo na het ongeluk massaal de straat op zijn gegaan en een paar uur lang de hoofdweg Kampala-Fort Portal hebben geblokkeerd. Misschien dat het iets oplevert, waarschijnlijk niet.