zondag 22 maart 2009

foto's van mijn housewarming











Housewarming op zaterdag 28 februari.

Onder mijn zus Margreet en zwager Marinus op de veranda van mijn nieuwe paleisje.

schoolreisje naar rwanda



foto 1: Voor het kantoor van Ombudsman Tito Rutaremara (naast mij, Angela voor mij);
foto 2: Rwanda, land van duizend heuvels.
Ik geneer me, zeg maar gerust: schaam me. We zijn een half uur te laat op de belangrijke afspraak op het Ministry of Local Government & Good Governance (goed bestuur) in Kigali, Rwanda. Yes, I'm embarrassed too, zegt mijn coordinator en teamleider tijdens dit werkbezoek, Angela. Dan moet je je excuses maken, zeg ik tegen haar, dit is in Oeganda misschien gewoon maar in Rwanda buitengewoon onbeschoft. Deze belangrijke mensen hebben voor ons tijd vrij gemaakt, dan heb je op tijd te komen. En als je excuses maakt, moet je het ook menen, zeg ik als ik zie dat ze het weglacht, enigzins gegeneerd omdat ik haar en plein public ter verantwoording roep, in aanwezigheid van de hele groep.
Angela en ik hebben met enige regelmaat aanvaringen, omdat ik gewoonlijk de enige ben die echt tegen haar in durft te gaan. Dat kan in mijn positie als VSO-er ook makkelijker natuurlijk. Maar het is ook een kwestie van mentaliteit, van hoe om te gaan met gezag. Mijn collega's zullen hooguit wat tegen sputteren als ze worden aangepakt door Angela, maar uiteindelijk volgen ze altijd gedwee wat de baas zegt. Ook als dat echt onzin is. Begrijp me goed, ik heb het grootste respect voor mijn coordinator en meestal als ze weer een van haar beruchte tirades houdt, heeft ze ook gelijk. Ze is buitengewoon scherp, heeft meestal een goed overzicht over wat er speelt en is de enige die echt goed kan analyseren. Maar ze is ook Miss Chaos Management aka Miss Just in Time. Alles moet altijd op het allerlaatste moment. En als we eindelijk weer eens gaan zitten voor een staffmeeting (waar ik voortdurend op aandring) en plannen voor de volgende weken, is ineens alles belangrijk en urgent en komen er 40 items op het werkplan te staan die natuurlijk ook allemaal meteen moeten worden uitgevoerd. Maar als alles urgent is, is uiteindelijk niets meer urgent en schieten we niet echt op.

Angela kan het hebben als ik tegen haar in ga, we roepen wat over en weer, maar een half uur later lopen we elkaar weer te dollen en liggen we onder de tafel van het lachen. Maar tijdens dit werkbezoek aan Rwanda, waar ik weken mee bezig geweest ben om het uberhaupt voor elkaar te krijgen, laat ze het afweten. De teamleider is er vaak niet als ik met haar wil overleggen omdat het programma moet worden aangepast. Ik neem dus de beslissingen, waar zij het dan achteraf niet altijd mee eens is. Tough, moet je er maar zijn. We botsen ze vaak tijdens dit bezoek en zij klaagt voortdurend. Pas op de vierde dag als ze weer terug zijn in Oeganda en op weg naar Kampala, zegt: ze welgemeend: dankjewel, het was een goed werkbezoek, ik weet hoe druk je hiermee geweest bent.

Het was ook een goed werkbezoek, we hebben belangrijke mensen gesproken in het land dat voor de rest van Afrika een voorbeeld is van goed bestuur, van hoe het ook kan. Rwanda krijgt wel kritiek dat ze wetten en bestuursmaatregelen nogal rigoreus invoert en dat daarbij individuele rechten wel eens geschonden worden en die kritiek moet ook kunnen. Maar het land heeft zich na de Genocide van 1994 – waarbij meer dan een miljoen mensen werden afgeslacht – weer helemaal opnieuw moeten opbouwen en lijkt daar in 15 jaar tijd uitstekend in geslaagd. En dan kun je beginnen over multi-partij democratie en vrije pers (gevoel punt voor mij), maar de vraag is of een fragiele staat waar zich net zo'n allesoverheersend drama heeft voltrokken, zich dat al wel kan permitteren. Op de tweede dag van ons bezoek krijgen we van een van de machtigste mannen in het land, Ombudsman Tito Rutaremara, het Rwandese recept voor corruptiebestrijding: zero tolerance, niemand ontzien (ook de politieke en ambtelijke top niet) en een hele sterke politieke wil. En het werkt, moeten ook de critici van Rwanda toegeven. Waarom het bij Museveni (president Oeganda) bij woorden blijft en Kagame (van Rwanda) het echt voor elkaar krijgt, schreef de vooraanstaande Oegandeze journalist Andrew Mwenda laatst. En zo is het. Oeganda heeft op papier prachtige wetten, maar implementeert of handhaaft ze nauwelijks of helemaal niet. Rwanda wel, rigoureus, als het moet met harde hand.

Het werkbezoek aan Rwanda heeft me een hoop zweetdruppels en kopzorgen gekost, maar het was de moeite waard. Maar ook een schoolreisje met 18 deelnemers en de muzungu als bovenmeester.

maandag 2 maart 2009

't is een vreemdling zeker

Of er misschien niet Nile is, nee, Bell misschien? Nou vooruit, dan maar een Club-biertje. De gast heeft nogal wat te wensen. Maar wie is deze man, die op mijn housewarmingparty het huis is binnengelopen en nu zich de BLT-sandwich goed laat smaken? Is hij net met Rudy en Staf meegekomen? Nee, zeggen die en grappen: 't is een vreemdling zeker, die verdwaald is zeker. Maar zo grappig vind ik het niet. Een vreemd iemand in mijn net betrokken huis, komt hij de boel even verkennen, kijken wat voor waardevolle spullen er staan? Ik ga naast hem zitten en terwijl ik hem indringend aankijk, vraag ik: Who are you? Fine, fine, antwoordt de man, die me duidelijk verkeerd verstaan heeft. No, who are you? Huppeldepup, James, zegt de man zonder blikken of blozen, hoewel dat bij een zwarte man altijd wat lastig is te ontdekken. Ugandezen zeggen hun naam altijd in de officiële documenten-volgorde: eerst de achternaam, dan pas de voornaam. And do you know any of the people here?, vraag ik, omdat ik er zeker van wil zijn dat hij toch niet met iemand is meegekomen. No, no. So what are you doing here? Yes, yes, zegt de man. Mijn collega Edith werpt op dat hij mogelijk dacht dat dit een guesthouse was, omdat er hier voorheen een restaurant in heeft gezeten. En dat hij hier is komen schuilen voor de tropische stortbui die net naar beneden is komen vallen, maar nu alweer bijna over is. Ik los dit op z'n Hollands op, iets wat Afrikanen bijna nooit doen. Directe communicatie, er niet omheen draaien: This is a private party in a private home, you are not invited and I want you out of here as soon as the rain is over, which is right about now. OK, zegt Huppeldepup, James, die nog steeds niet blikt of bloost. Schaamte is ook geen Ugandees begrip. Bovendien, hij heeft z'n eten en drinken op, de buit is binnen. Bij het vertrek zie ik dat hij z'n handen gevouwen voor z'n borst houdt, alsof hij wil zeggen: dankuwel. Graag gedaan en nou opzouten! Net buiten de poort loopt hij naar de bodaboda die al die tijd in de stromende regen op hem heeft gewacht. Die had ik dat biertje en sandwich meer gegund, eerlijk gezegd.

Huppeldepup is een klassiek voorbeeld van een Ugandeze opportunist zoals er zoveel zijn hier en in de hele wereld natuurlijk. Altijd azen op een kansje, niks gemeenschapszin, iets voor een ander over hebben. Als er eten is, of wat geld te verdienen, dan zijn ze van de partij, maar als je ze nodig hebt nooit. Regelmatig staan er weerzinwekkende voorbeelden van in de krant. Hoe zwaar gewonden bij een verkeersongeval – Uganda is na Ethiopië het land met de meeste verkeersdoden – niet geholpen worden, maar wel beroofd. Zelfs de doden worden niet met rust gelaten en helemaal kaalgeplukt. Sommige dingen zal ik nooit begrijpen in dit land. Duidelijk is wel dat echte armoede en pure overlevingsinstincten heel snel de meest elementaire beschavingsvormen kunnen aantasten. En dat is dan inderdaad weer lastig te begrijpen als je nooit armoede hebt gekend en zojuist een nieuw paleisje hebt betrokken.