zondag 18 januari 2009

Vincent



Dit is Vincent, mijn hulp in de huishouding zeg maar, sinds Alinda in november opeens werd weggehaald door huisbaas K. Vincent is 22 jaar geworden op 1 januari, toen ik met een grote groep vrienden en bekenden met een groot kampvuur het Nieuwe Jaar inluidde op de compound rond mijn huis. Vincent was daarbij, hij lachte nog meer dan hij anders al doet en hij werd, net als z'n buurjongen Chris (2de van links op de foto, de hulp van mijn buurman Lieven) zowaar een beetje dronken, niet gewend aan de alcohol dat bij zo'n feestje hoort. Tot diep in de nacht, terwijl de overige gasten allang vertrokken waren, hebben ze nog rond het vuur gezeten, gelachen en gedronken. Vincent leek gelukkig en was het misschien ook wel op dat moment.

Een week later vraagt hij of hij wat vroeger dan anders het huis schoon mag maken en de was mag doen. Hij kan het geld goed gebruiken, wil naar zijn stiefmoeder die in het ziekenhuis in Kyenjojo ligt, ongeveer een uur hier vandaan. Zijn hele familie woont daar, maar Vincent werkt al sinds z'n 16e in Fort Portal, het laatste jaar voor mijn huisbaas K. Hoewel hij slim is en behoorlijk goed Engels spreekt, heeft hij de middelbare schoolopleiding moeten afbreken omdat er geen geld meer was. De officiële statistieken geven aan dat het aantal schoolgaande kinderen in Oeganda enorm is gestegen in de afgelopen jaren; dat er vooral in Secondary School (middelbare school) veel drop-outs zijn omdat het schoolgeld niet meer kan worden opgebracht, zie je niet terug in die officiële cijfers.

Vincent verdient het schamele bedrag van 60.000 Shilling (ongeveer 24 euro) per maand. Ter vergelijking: dat is maar 4 keer mijn dagvergoeding en daarmee kom ik niet uit, Fort Portal is net als Kampala vrij duur. Voor dat magere loontje moet hij dag en nacht klaar staan, over de compound waken, de tuin verzorgen en het winkeltje runnen. Hij slaapt in de golfplaten keet waar Tom (zie de blog De Hut van Neef Tom) tot voor kort verbleef. 's Nachts is het koud, vertelt Vincent als ik hem er naar vraag. De goedlachse, wat verlegen jongen is de afgelopen weken steeds meer vertrouwd geraakt en praat nu openlijker over z'n leven. Maar nauwelijks over de toekomst. Wat zou hij willen in het leven, waarvan droomt hij? Hij kijkt me vragend aan, hoe bedoel je dat? Dit is het, verder kijken heeft geen zin. Ik vraag het hem omdat hij aangeeft het liefst weg te willen, een nieuwe betrekking, het liefst bij een muzungu want die betalen beter. En die klootzak van een K. (mijn grote vriend de huisbaas) heeft hem al twee maanden niet betaald.

Gistermorgen (zaterdag 17 januari) staat hij om 10 uur voor m'n deur. Overstuur, bang. Een man en een oudere vrouw staan even verderop bij de auto die al een eeuwigheid doelloos op ons terrein staat. De auto is van K., hij heeft er maandenlang niet naar omgekeken, maar blijkbaar nu ineens nodig. De linker koplamp is stuk en dat is de schuld van Vincent. Zeggen de man – de chauffeur van – en de vrouw, de moeder van K. Vincent legt uit dat hij eerder die morgen de auto, die blijkbaar een lege accu had, heeft aangeduwd, samen met Chris, de buurjongen. Toen was er niets mis met de koplamp, dat zweert hij. Ik vermoed dat de chauffeur die met de auto is gaan rijden, zelf verantwoordelijk is, maar de toorn van zijn baas niet over zich heen wil krijgen en het dus afschuift op Vincent. Weet u wel wat zijn werk is hier?, vraagt hij mij. Hij wordt ervoor betaald om op te passen, dus is het zijn schuld. De moeder van K. knikt, hoewel ze alleen maar Rutooro spreekt. Ik geloof Vincent, die aangeslagen naast me staat, zwaar geïntimideerd door de man en de vrouw. Ze willen dat hij hiervoor opdraait. Ik ben steeds pissiger geworden en reageer mijn niet onaanzienlijke ochtendhumeur af op de man en vrouw, die Vincent willen meenemen naar de politie. Ik weet dat het bluf is en zeg dat ze vooral naar de politie moeten gaan, maar dat Vincent hier blijft en dat ik hem alle hulp geef en zo nodig een advocaat voor hem inschakel. Of ze helemaal gek zijn geworden om die jongen zo bang te maken. En zeg tegen die K. dat hij hem eerst maar eens fatsoenlijk moet betalen!
Ik loop weg naar m'n huis en Vincent volgt. Ga zitten, wil je wat drinken? Ik leg hem uit dat hij nergens bang voor hoeft te zijn en dat als er ook maar iets is, hij mij erbij moet roepen. Hij is nog overstuur en stamelt dat K. straks zwaaiend met een pistool hierheen komt. Dat zal zo'n vaart niet lopen, zeg ik, bovendien is hij banger voor mij dan ik voor hem. Ik ken dat soort, op m'n werk hebben we er regelmatig mee te maken. Maar als hij bang is, moet hij die middag naar naar de buren gaan, ik ben namelijk weg.
Als ik 's avonds thuiskom, zit Vincent in de winkelkeet aan de weg, met een paar vrienden. Hij is kalm, zegt dat hij 's middags K. nog wel gezien heeft, maar dat die niet meer heeft gedaan dan schelden. Hij heeft z'n baan nog, maar wil nu helemaal weg. Ik heb hem al beloofd iedereen die ik ken te vragen of ze nog een goede hulp kunnen gebruiken (de gangbare term 'boy' krijg ik niet over m'n lippen) en vraag of ik K. moet aanspreken op het achterstallige loon, dat hij waarschijnlijk nooit meer krijgt. Omdat natuurlijk niets op papier staat, zal het moeilijk worden ergens zijn recht te halen, in Oeganda is Vrouwe Justitia misschien bijziend, maar zeker niet blind. Vincent denkt na over mijn voorstel en zegt: nu maar even niet. Verstandige jongen, nu krijg je toch niets gedaan bij die klootzak.
Naschrift 28/1/09: Vincent is wat assertiever te worden. Hij is afgelopen maandag naar K. gegaan om de huur van een van mijn buren af te geven. K. had hem gezegd dat de huurders eerst moeten betalen en dat hij dan pas Vincent zal betalen. Pure chantage, natuurlijk. Vincent heeft de huur afgegeven en een maand loon ingehouden. Hij vertelde dit maandagavond glunderend met woorden die hij van mij geleend heeft: I will use every trick I can. Die jongen begint het te begrijpen...