We rijden door een prachtig berglandschap richting de westelijke uithoek van onze regio: Bundibugyo Town. Hier beginnen de befaamde Mountains of the Moon, het Rwenzori-gebergte dat de bijnaam dankt aan een oude Griekse ontdekkingsreiziger. Het is de hoogste bergketen in Afrika en je kunt je voorstellen dat ze inderdaad vanaf de maan of in ieder geval vanuit het ISS ruimtestation duidelijk te onderscheiden zijn. Hoewel de bergketen hier pas echt begint is het al indrukwekkend. De bergtoppen liggen verscholen in de nevel en daaronder liggen de valleien als comfortabele zachtgroene dekens. De Semliki-rivier kronkelt zich hier een weg, aan de andere kant doemen de donkere wouden van de Congo (DRC) op, een onheilspellend gebied waar het altijd oorlog lijkt. Maar het paradijselijke uitzicht van dit gebied verhult dat ook dit gebied nog recentelijk veel oorlogsgeweld (stammentwisten, rebellen) heeft gekend en dat het letterlijk een uithoek is, waar weinigen in Oeganda vrijwillig naar toe trekken. Hoewel al het groen anders doet vermoeden, is dit een arm en onderontwikkeld, zeg maar gerust achterlijk gebied, waar nog maar anderhalf jaar geleden het epicentrum lag van een dodelijke Ebola-epidemie. Het verhaal gaat dat die epidemie veroorzaakt werd doordat mensen hier en in het naburige Congo besmette apen aten. Dit is Bundibugyo District, een gebied dat (ruwe schatting) misschien zo groot is als ongeveer een derde van Nederland. 'The End of the World as we know it'.
Het regent zacht als we over een modderige weg langs diepe ravijnen richting Bundibugyo Town rijden, een WildWest-stadje dat binnenkort meer ontsloten hoopt te worden als de electriciteitsmasten eindelijk in gebruik worden genomen en de weg ernaar toe van asfalt wordt voorzien. Die plannen liggen er allang, maar dat zegt weinig in Oeganda. Maar goed, de masten staan er inmiddels en ik zie dat de katrollen met bedrading inmiddels Kasitu (op driekwart ongeveer) hebben bereikt. Dus dat stemt hoopvol. Dat werd ook wel eens tijd, want er is hier weinig om hoopvol over te zijn, behalve het mooie uitzicht misschien maar dat vult de maag niet. Aan internationale hulporganisaties lijkt geen gebrek, overal onderweg zie ik borden staan van Unicef, World Vision en hulpprogramma's van de Europese Unie (die vind je op de gekste plaatsen, maar vertel dat de EU-haters maar niet). De enkele tientallen overgebleven Batwa-pygmeeën in Ntandi profiteren daar waarschijnlijk relatief nog het meest van, het Westen heeft nu eenmaal z'n troetel-negertjes nodig. Vergeef m'n cynisme, maar het lijkt mij dat als je de pygmeeën- die nog altijd sterk worden gediscrimineerd - hier echt wilt helpen, je ze niet moet uitzonderen van de rest van de inheemse bevolking en je beter het gebied als geheel kunt helpen.
Tegen de avond bereiken we Bundibugyo Town. Hoewel het hemelsbreed (over de bergen) maar zo'n 20km van Fort Portal ligt, heeft de 75km over de modderige wegen door de bergen ons zo'n kleine 4 uur gekost. Ik ben met een delegatie van mijn organisatie RAC plus wat vertegenwoordigers van de pers. Doel is de Public Accountability Dialogue die we voor de volgende dag hebben georganiseerd. Het is een effectieve manier gebleken om politieke en ambtelijke leiders verantwoording te laten afleggen en het publiek de gelegenheid te geven (kritische) vragen te stellen aan die leiders. Ik heb nog ander motief om hier te zijn, los van het feit dat het de eerste keer is dat ik dit stoffige stadje bezoek. Bundibugyo District is een van de meest corrupte gebieden in het land. Gelukkig hebben we hier een stel zeer actieve monitors, die me onder meer hebben getipt op de armzalige toestand van het enige echte ziekenhuis, los van lokale hulpposten, in Bundibugyo. De 100 miljoen (ca 40.000 euro) die de regering voor de gezondheidszorg in dit gebied heeft gereserveerd, lijkt onderweg ergens te zijn blijven steken. Ik wil zien wat de gevolgen zijn en dat op video vastleggen.
's Avonds bezoek ik met twee monitors, Richard (oud-onderwijzer) en RAC district coördinator Kasuka, de 5 afdelingen van het ziekenhuis omdat ik heb gehoord dat de zorg dan nagenoeg afwezig is. Ongeveer 150 patienten liggen op deels zelf meegebrachte matrassen kriskras door elkaar. Het stinkt er, hier en daar liggen plassen (water, urine?) op de vloer en de afvoer van tenminste één van de spaarzame waterkranen is verstopt. Patienten vertellen ons dat ze niet alleen hun eigen eten en matrassen moeten meenemen, maar ook de medische hulpmiddelen (verbandmiddelen, injectiespuiten en infusen) buiten het ziekenhuis zelf moeten aanschaffen, omdat het ziekenhuis zonder zit. Maar zijn er dan tenminste doktoren en verpleegkundigen die ervoor zorgen dat je weer beter wordt? Op de 5 afdelingen die ik met de monitors bezoek zijn er welgeteld 3 verpleegkundigen die hun handen vol hebben en één supervisor. Een dokter is er niet. De enige medische assistent die de post voor extramurale patienten moet bedienen is zoals gewoonlijk absent, vertelt de bewaker. Ligt ergens dronken te wezen, vermoed Kasuka die hier vaker is geweest. Corruptie is veel meer dan het omkopen van een politieman of een ambtenaar. Een chronisch gebrek aan middelen, onderbezetting, absenteïsme en regelmatig diefstal door het eigen personeel van de spaarzame middelen die er wel zijn. Zo ziet corruptie er uit in dit ziekenhuis in Bundibugyo.
Het bezoek levert goede beelden op voor de video, Richard en Kasuka zijn als hoofdpersonen natuurtalenten. De volgende dag wil ik met ze terugkomen om het ziekenhuis bij daglicht te bezoeken. Dat lukt niet. Behalve dat de Public Dialogue veel te laat begint en we dus geen tijd meer hebben, is één van de hoofdpersonen er niet. Kasuka's nichtje van 17 jaar is de afgelopen nacht bezweken aan malaria. Omdat de medische hulppost die door de overheid moet worden bevoorraad met de meest essentiële medicijnen, niet beschikte over het eenvoudige middel dat haar leven had kunnen redden.
zondag 31 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten